Het fonds

Publicatievereisten ANBI

Het Van Ravesteynfonds voldoet aan de eisen van de Belastingdienst met betrekking tot de aanwijzing als algemeen nut beogende instelling.

Hieronder vindt u de gegevens die benodigd zijn voor de ANBI (PDF documenten).

Lidmaatschappen en samenwerking

Het Van Ravesteyn Fonds is lid van de Landelijke Vereniging van Fondsen: de FIN en aangesloten bij het Haagse Fondsen Overleg HAFO. Het Van Ravesteyn Fonds neemt deel aan de afspraak van het HAFO om elkaars aanvraagformulieren met bijlagen te accepteren.

Platform Filantropie Leidschendam-Voorburg

Naast het Van Ravesteyn Fonds zijn de volgende organisaties daarbij aangesloten:

Fondsen:

• Vlietwensen: fonds voor burgerinitiatieven van de gemeente Leidschendam-Voorburg.
• Stichting Koepelfonds: lokaal fonds
• Stichting Sociaal Fonds: lokaal fonds
• Van Stee Stichting: lokaal fonds
• Fonds1818: regionaal fonds

Lokale service-clubs:

• Lionsclub Voorburg Prinses Marianne,
• Lionsclub Voorburg,
• Rotary Voorburg,
• Rotary Voorburg-Vliet,
• Tafelronde 103

Platform filantropie, gemeente Leidschendam-Voorburg:

• Gemeente Leidschendam-Voorburg

Geschiedenis

Adrianus Louis Hendrik Jacob van Ravesteijn werd op 19 januari 1900 geboren in Rotterdam. Hij verhuisde in 1922 naar Veur (in 1938 zijn Veur, Stompwijk en Wilsveen samengevoegd tot Leidschendam) waar hij woonde aan de Sluiskant 4. Op de inschrijving in het bevolkingsregister stond vermeld dat hij directeur was van een machinefabriek. Deze machinefabriek werd al spoedig uitgebreid met een scheepswerf. Het bedrijf was gevestigd in de ‘Scheepswerf’ waar nu ‘De Schuitejager’ staat.
Van 1926 tot 1938 woonde hij in Den Haag en Voorburg. In 1938 keerde hij terug naar Veur waar hij op het woonschip de ‘Levant’ woonde. In 1941 trouwde hij met Marian Wijnman. Ze woonden samen op de Levant die in de Vliet ter hoogte van Veursestraatweg 280 een ligplaats had. Met de Levant werden ook vaartochten gemaakt. Het echtpaar leefde sober.

Tijdens de oorlog werden op de werf bootjes geschikt gemaakt voor gebruik door Engelandvaarders. Of de heer Van Ravesteijn daar van wist is niet bekend. Na de oorlog kwam de werf moeizaam weer op gang. De werf aan de Vliet bij de Veursestraatweg werd begin jaren 50 verkocht en de werf aan de Sluiskant werd verbouwd. Dat was ook nodig omdat het Dolkgemaal daar moest komen. In de verbouwde werf werden grotere schepen gebouwd. Het echtpaar woonde inmiddels op een nieuwe woonboot ‘De Witte Raaf’, genoemd naar de wit geworden haren van de werfeigenaar. In de jaren 60 verpachtte Van Ravesteijn de werf en hield hij er zelf mee op.

Hij overleed op 28 juli 1973. Zijn jongere vrouw overleefde hem nog lang. Zij overleed in 2001. Tot ieders verrassing liet de voormalige werfeigenaar een vermogen van 2,3 miljoen Euro na aan de gemeente Leidschendam.

Het college van burgemeester en wethouders ontving in 2003 een brief van de ABN-AMRO bank in Amsterdam over het overlijden van mevrouw Van Ravesteijn en over het beheer dat de bank over de nalatenschap had gevoerd als executeur testamentair. In het testament had de heer Van Ravesteijn onder meer bepaald dat het resterende deel van zijn vermogen na het overlijden van zijn vrouw moest worden bestemd voor sociale en culturele bestemmingen in de gemeente Leidschendam. Het ging om een bedrag van in totaal circa 2.3 mln euro. Daartoe zou het gemeentebestuur een fonds moeten oprichten. Dat werd de Stichting A.L.H.J. van Ravesteyn Fonds.